Gemeenschappelijke regeling
- Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programma
S01 Veiligheid; S07 Zorg; S09 Gezondheid en sport
Doel verbonden partij
In deze regeling participeren (inclusief Arnhem) 15 gemeenten. Het betreft hier een wettelijk aangewezen organisatie met taken op het terrein van de brandweer (hulpverlening), volksgezondheid en rampenbestrijding. Veiligheid en gezondheid zijn in de regio de kerntaken.
Deelnemers in samenwerking
15 gemeenten (inclusief Arnhem) participeren in de gemeenschappelijke regeling.
Bestuurlijk belang
Burgemeester A. Marcouch en wethouder R. van der Zee maken deel uit van het (dagelijks) bestuur.
Financieel belang
De gemeente Arnhem draagt bij aan de exploitatie van de gemeenschappelijke regeling. Over de wijze waarop de bijdrage over de deelnemende gemeenten is verdeeld zijn per onderdeel specifieke afspraken gemaakt en vastgelegd.
Eigen vermogen
Per 01-01-2021 €
9.884.000
Per 31-12-2021 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2021 €
49.663.000
Per 31-12-2021 €
Financieel resultaat
Resultaat 2021 €
Bijdrage Arnhem
Resultaat 2021 €
16.729.000
Ontwikkelingen
Volksgezondheid
Corona
GGD Gelderland Midden heeft ook in 2021 een centrale rol gehad in de bestrijding van de coronapandemie. Na de zomer leek de bestrijding van deze pandemie over het hoogtepunt heen. Grote groepen inwoners waren gevaccineerd, de verspreiding van het virus was beperkt en maatregelen in de samenleving konden worden versoepeld. Helaas is in het najaar van 2021 een nieuwe besmettingsgolf ontstaan. Op de drempel naar 2022 heeft de zeer besmettelijke omikron variant van het virus zijn intrede gedaan. Capaciteit voor testen en traceren is daarmee opnieuw maximaal opgeschaald. Daarnaast worden volop vaccinaties gezet, zowel fijnmazig in de wijk als voor grotere groepen (boostercampagne).
De bestrijding van het coronavirus heeft forse financiële gevolgen voor VGGM. Ook in 2021 compenseert het Rijk de extra kosten die door GGD'en en Veiligheidsregio's worden gemaakt. De opdracht van het ministerie van Volkgsgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor het testen, traceren, vaccineren en voorlichting wordt in de eerste helft van 2022 voortgezet. Hierbij zal VWS niet meer de gederfde inkomsten binnen andere onderdelen van GGD, zoals misgelopen klanten voor een reizigersvaccinatie, vergoeden. Hiermee loopt de GGD komend jaar een risico op een achterblijvende opbrengst.
De aanpak van de coronapandemie zal, zo voorziet het bestuur, meerjarige effecten hebben op de dienstverlening van VGGM. Uitdagingen voor de komende jaren zijn gelegen o.a. in het versterken van de infectieziektenbestrijding en de preventie en gezondheidsbevordering van kwetsbare groepen.Publieke gezondheid
Met aanpassingen in de werkwijze (contacten niet altijd face-to-face maar ook telefonisch of via beeldbellen) blijft de reguliere zorg zoveel mogelijk gehandhaafd. Speciale aandacht is daarbij gericht op het voorkomen van situaties waarin kinderen ernstig ziek kunnen worden of in een onveilige situatie terecht kunnen komen. Het Rijksvaccinatieprogramma wordt conform opzet uitgevoerd.
In 2021 is de regionale visie op publieke gezondheid geactualiseerd, op basis van de kaders van onder meer de landelijke nota gezondheidsbeleid, de Volksgezondheid Toekomstverkenning (VTV) en het Nationaal Programma Preventie. Deze regionale visie is richtinggevend voor de inzet van VGGM in 2022 en volgende jaren.TBC
In 2021 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot een toekomstbestendige TBC-zorg in Nederland. Dit betreft zowel samenwerking tussen de acht GGD-en van het Regionaal Expertisecentrum Noord-Oost Nederland als intensivering van de samenwerking tussen de drie Gelderse GGD-en. Financiële en organisatorische consequenties voor 2022 en 2023 zijn nog niet bekend.Publieke Gezondheid Asielzoekers (PGA)
De hoofdovereenkomst JGZ/PGA tussen het COA en GGD GHOR Nederland heeft een looptijd van 1 oktober 2020 tot 1 oktober 2022, plus een optie tot verlenging van tweemaal een periode van 24 maanden. Naar verwachting zal het COA begin 2022 een openbare aanbesteding uitschrijven. Voor 2022 wordt een toename in de instroom verwacht dit in de vorm van noodlocaties en een verhoogde taakstelling voor gemeenten. Dit vergt ook voor de GGD, GGD-breed extra inzet op de publieke gezondheidzorg asielzoekers.Brandweer / Crisisbeheersing
Op 4 december 2020 verscheen het eindrapport Evaluatie Wet veiligheidsregio’s en op 3 februari 2021 heeft het Kabinet hierop een standpunt ingenomen. De verwachting is dat het nieuwe Kabinet in het voorjaar meer duidelijkheid geeft over veranderingen op het gebied van de crisisbeheersing. De VGGM probeert zoveel mogelijk te anticiperen op deze veranderingen. Op het vlak van brandweer en crisisbeheersing zijn, vanwege de coronapandemie, de ambities vanuit 2020 en 2021 doorgeschoven naar 2022.
Informatievoorziening en informatiegestuurd werken om beter beleid te kunnen maken, beter te kunnen managen, meer risico’s te kunnen voorspellen en veiliger en efficiënter te kunnen werken, vormt een centraal thema binnen de VGGM. Het Programma Informatievoorziening 2020-2025, dat in 2020 is vastgesteld door het veiligheidsberaad, is daarbij leidend.Op 20 januari 2021 heeft het Algemeen Bestuur de verdeelsleutel Gemeentefonds Cluster Openbare Orde en Veiligheid sub cluster brandweer gekozen als nieuwe verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdragen brandweer. Deze verdeelsleutel voldoet aan de criteria die zijn gesteld, namelijk eerlijk, robuust en solidair.
De nieuwe verdeelsleutel en het overgangsmodel leiden tot herverdeeleffecten. Sommige gemeenten hebben nadeel van deze nieuwe verdeelsleutel, anderen weer voordeel. Voor Arnhem leidt deze nieuwe verdeelsleutel niet tot een hogere bijdrage in 2022.
De financiële gevolgen van deze verdeelsleutel en het daarbij gekozen overgangsmodel zijn verwerkt in de begroting 2022.
Het Algemeen Bestuur heeft de wens uitgesproken de huisvestingskosten van de brandweerkazernes ook te regionaliseren. Het betreft hier een complex vraagstuk wat de nodige tijd en aandacht zal vragen. Komende periode wordt nader onderzocht wanneer en op welke wijze gekomen kan worden tot een beleidsmatig en financieel huisvestingskader, inclusief mogelijke overgangsmodellen. Ook moet helder worden wat dit nieuwe huisvestingskader voor ons eigen huisvestingskader gaat betekenen.In 2021 heeft Berenschot een benchmark onderzoek uitgevoerd. Samenvattend concludeert Berenschot dat Gelderland Midden beschikt over een gemiddelde brandweerzorg tegen een goede prijs.
Het benchmark onderzoek leidt niet tot het inzicht dat activiteiten te ruim of inefficiënt zijn ingericht. Eventuele besparingen zijn te realiseren door keuzes in de omvang van de taakuitvoering. In 2023 zal de directie de bestuurlijke uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de omvang van de taakuitvoering met het bestuur gaan spreken.
Ten aanzien van de overhead concludeert Berenschot dat deze “knap maar krap” is ingericht. Deze krappe invulling is gerealiseerd door focus en standaardisatie aan te brengen op de dagelijkse taken. De controlerende en adviserende rollen zijn minimaal ingeregeld.
De directie van VGGM is van mening dat deze situatie niet lang houdbaar is. Bij veranderende omstandigheden ontstaan risico's in een adequate ondersteuning van de primaire processen. De directie werkt een versterkingsplan uit en zal in de (meerjaren)begroting voor 2023 voorstellen doen om de overhead meer solide in te richten.Voor de periode 2020-2023 wil Brandweer Gelderland-Midden zorgen voor een toekomstbestendige, slagvaardige organisatie met een sterke risicogerichte informatiepositie die anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen.
In het kader van de inwerkingtreding van de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren is landelijk onderzoek gedaan naar de toekomstbestendigheid van het huidige stelsel van de vrijwillige brandweer. Rode draad hierbij was in hoeverre het nodig was om te komen tot taakdifferentiatie tussen beroeps en vrijwillig brandweerpersoneel. De resultaten van het laatste onderzoek zijn enkele maanden geleden naar de Tweede Kamer gestuurd. In 2022 zal nadere uitwerking worden gegeven aan de noodzakelijke maatregelen, maar deze zullen naar verwachting voor onze regio beperkt zijn. In essentie komt het erop neer dat de inzet van vrijwilligers ook écht vrijwillig is en dat geen sprake mag zijn van kazernering en pikettering van vrijwilligers.
De realisatie van de nieuwe meldkamer is uitgesteld en wordt nu naar verwachting in maart 2023 operationeel. Dit uitstel maakt het steeds moeilijker om de huidige meldkamer in Arnhem in stand te houden. De financiële gevolgen van dit uitstel zijn geadresseerd bij het ministerie van Justitie en Veiligheid
Risico profiel
Risico's
Middel
Beheersstrategie
De veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden is een wettelijk aangewezen regeling waarin wordt samengewerkt met vijftien verschillende gemeenten. De taken zijn onder verdeeld in een vijftal programma's (crisisbeheersing, brandweerzorg, GGD, ambulancezorg en bedrijfsvoering). VGGM wijst in haar begroting 2022 op de volgende risico's:
- Meerjarig effect van het COVID19 virus; preventie ten aanzien van kwetsbare groepen, advisering van hygiënemaatregelen, versterking infectieziektebestrijding, terug op niveau van reguliere diensten voor derden zoals reizigersvaccinaties en binden van medewerkers en vrijwilligers aan de organisatie;
- Naar aanleiding van de implementatie van de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (WNRA) is een complexiteit met betrekking tot de positie van de vrijwilligers ontstaan. Op basis van de huidige wet- en regelgeving is het onderscheid tussen een brandweervrijwilliger
en een brandweermedewerker nauwelijks te maken. Hiermee heeft de invoering van WNRA een groot financieel risico op de betaalbaarheid van het huidige brandweermodel. Landelijk heeft een Denktank een oplossing voor deze ontstane situatie bedacht in de vorm van taakdifferentiatie. De financiële consequenties van de taakdifferentiatie worden nog nader geanalyseerd;
- Verdeelsleutel huisvestingskosten brandweer. De gemeentelijke bijdragen aan de brandweer zijn op basis van een nieuwe verdeelsleutel vastgesteld. De (regionale) huisvestingskosten van de kazernes en andere brandweeronderdelen zijn daarvan vooralsnog uitgezonderd;
- Arbeidsontwikkelingen, waaronder functiewaardering van verpleegkundigen. Vergelijkbare organisaties hebben verpleegkundigen hoger ingeschaald. Een aanpassing van de functiewaardering heeft grote consequenties op het budget of op de dienstverlening van de Jeugdgezondheidszorg en Algemene gezondheidszorg. Hiervoor is in de gemeentelijke begroting een extra budget opgenomen. Dat geldt ook voor de ICT-lasten;
- Toenemende ICT-lasten als gevolg van verdere digitalisering en plaats onafhankelijk werken. Meerdere (verouderde) systemen dienen op korte termijn vernieuwd te worden gebracht en toenemende gebruikerswensen gebaseerd op maatschappelijke 0ntwikkelingen zijn niet passend binnen de huidige ICT-budgetten.
- De grote druk op (gemeentelijke)financiën en bij andere opdrachtgevers leidt tot continuïteitsrisico’s van niet door gemeentelijke bijdrage gefinancierde activiteiten.De beheersing van bovenstaande risico's is vooral gericht op het actief verbinden van de gemeentelijke belangen. Het regionaal controllersoverleg en de Financiële Commissie die regelmatig bijeen komen vervullen hierin een belangrijke adviesrol, ook ten aanzien van de P&C-producten van de VGGM. Daarnaast wordt er actief samengewerkt bij bestuurlijke opdrachten. Per programma is door de VGGM een doelenboom opgesteld waarbij tevens de belangrijkste risicofactoren en mitiganten zijn genoemd.
Aan de hand van de zogenaamde “kans x effect”-methode wordt jaarlijks door VGGM een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke risico’s en een kwantificering daarvan. Bij benadering wordt er een indicatie gegeven van het voor de organisatie benodigde weerstandsvermogen. Dit weerstandsvermogen wordt gevormd door de totale impact van de gekwantificeerde risico’s te relateren aan de weerstands-capaciteit (zijnde het beschikbare eigen vermogen).Daarnaast ontvangen de deelnemende gemeenten gedurende het jaar tussenrapportages van VGGM waarin wordt stilgestaan bij de actuele ontwikkelingen en de verwachtingen m.b.t. de risico's worden beschreven.
Zowel de burgemeester als de wethouder publieke gezondheid zijn lid van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur van VGGM. Het dagelijks bestuur en algemeen bestuur komen afzonderlijk van elkaar jaarlijks vijf keer bij elkaar. Onderwerp van gesprek is onder andere de P&C cyclus. Begrotingen en jaarrekeningen worden daar vastgesteld. Ook inhoudelijke ontwikkelingen/ risico's worden daar gedeeld.
Ondersteunende ambtenaren adviseren de burgemeester en wethouder als het gaat om de inhoud van de agenda. Deze ondersteunende ambtenaren zijn ook aangesloten op het controllersoverleg zoals eerder genoemd.De raad krijgt de mogelijkheid om een zienswijze uit te brengen ten aanzien van de begroting en de jaarrekening van VGGM. De raad houdt waar nodig rekening met eventuele financiële risico's in de eigen begroting.
In de afgelopen jaren is gebleken dat deze beheersstrategie volstaat. De VGGM is al jaren een betrouwbare en stabiele partner.
Besloten Vennootschap
- Sportbedrijf Arnhem
Sportbedrijf Arnhem
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
Programma
S09 Gezondheid en sport
Doel verbonden partij
Het Sportbedrijf voert het sportbeleid uit. Arnhem stimuleert en faciliteert bewegen en sporten en Arnhem benut de kracht van beide, voor een beter welzijn van de stad.
Deelnemers in samenwerking
Gemeente Arnhem
Bestuurlijk belang
De gemeente Arnhem is 100% aandeelhouder van de BV Sportbedrijf Arnhem. Als aandeelhouder is de gemeente Arnhem lid van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het mandaat om als aandeelhouder op te treden is door het college neergelegd bij de concerndirecteur. Deze taak wordt tijdelijk waargenomen door de concerncontroller.
Financieel belang
De gemeente Arnhem heeft het volledige eigendom.
Eigen vermogen
Per 01-01-2021 €
1.626.000
Per 31-12-2021 €
Vreemd vermogen
Per 01-01-2021 €
21.500.000
Per 31-12-2021 €
Financieel resultaat
Resultaat 2021 €
Bijdrage Arnhem
Resultaat 2021 €
17.657.855
Ontwikkelingen
De opdracht aan het sportbedrijf krijgt meer focus op gezondheid en bewegen en de inzet van de openbare ruimte ten behoeve van sport.
Risico profiel
Risico's
Middel
Beheersstrategie
Sturing
Het Sportbedrijf is de grootste uitvoerder van het sportbeleid van de gemeente Arnhem. Bij de verzelfstandiging van het Sportbedrijf, zijn vanuit de gemeente als opdrachtgever en eigenaar van het Sportbedrijf, afspraken gemaakt over de informatie- en stuurmogelijkheden voor de gemeente. Om de verwachtingen over en weer beter in beeld te hebben voeren de gemeente als eigenaar en opdrachtgever en het sportbedrijf gezamenlijk, buiten de kwartaalgesprekken om, gedurende 2022, regelmatig overleg.De organisatie van het Sportbedrijf en de samenwerking met de gemeente Arnhem moet de komende jaren nog verder professionaliseren. In navolging van 2021 waar we stappen hebben gezet in werkwijze en gezamenlijk opdrachtgeverschap wordt hier in 2022 vervolg aan gegeven. De afstemming tussen de teams Leefomgeving en het Sportbedrijf komt op gang, waarmee beter invulling wordt gegeven aan het uitgangspunt van 'van wijken weten'. Het opdrachtgeverschap wordt meer gestroomlijnd.
De informatievoorziening van het Sportbedrijf aan de gemeente Arnhem als opdrachtgever, is in ontwikkeling. Het betreft hier een samenspel van vraagstelling in combinatie met beantwoording van de vragen. Het Sportbedrijf heeft in de kwartaalrapportages steeds conform afgesproken format gerapporteerd. Over de kwaliteit en met name over de (on)mogelijkheden van rapportage over effectiviteit en efficiëntie van interventies in de stad wordt nog met elkaar gesproken, alsmede wensen voor de toekomst op wijkniveau. Dit is een doorlopend proces, waarin we in 2021 duidelijk stappen hebben gezet en waarmee we verder gaan in 2022.
Het inzicht in de kostprijs van de activiteiten is door de jaren heen verbeterd. In 2021 is gewerkt aan inhoudelijk logische product/dienstgroepen met bijhorende activiteiten en daaraan gekoppelde financieel inzicht, ter verbetering van de sturing door de opdrachtgever. Dit heeft geresulteerd in een eerste versie van een activiteitenbegroting ten behoeve van 2022. Het verbeteren van inzicht in maatschappelijke meerwaarde tegenover kosten, door middel van het jaarlijks verbeteren van de activiteitenbegroting, is een doorlopend proces. Sportbedrijf en gemeente blijven samenwerken om dit inzicht en de sturing te verbeteren. In 2021 is ook een duidelijkere scheiding gemaakt tussen inkomsten uit (sport)subsidie en overige inkomsten.
Financieel
De financiële ratio's van het Sportbedrijf, gebaseerd op de jaarrekeningen waren onvoldoende tot 2020. In 2020 is de algemene reserve van het Sportbedrijf vergroot tot het afgesproken en gewenste niveau (€ 1,8 miljoen). Tegelijkertijd heeft corona impact gehad op het (beperkte) resultaat van het Sportbedrijf in 2020. Het eigen vermogen is daardoor afgenomen naar € 1,6 miljoen. Dit wordt nog steeds ruim voldoende geacht.Sportbedrijf heeft 2020 afgesloten met een negatief resultaat van bijna € 0,2 miljoen. Dit valt mee, gezien de omstandigheden (sterk teruggelopen inkomsten in verband met corona). Dit is mede te danken aan kostenbesparing, uitgestelde investeringen en compensatieregelingen vanuit het Rijk. Het beperkte negatieve resultaat kan opgevangen worden door het verhoogde eigen vermogen.
Voor 2021 laten de laatste prognoses zien dat het Sportbedrijf naar verwachting een positief resultaat behaalt van tussen de €0,2 en €0,3 miljoen. Door de begroting te versoberen en door steun vanuit het Rijk is dit positief resultaat behaald ondanks de corona beperkingen. Het ligt voor de hand om dit resultaat te gebruiken om het verlies van 2020 te compenseren door het EV aan te vullen. Besluitvorming hierover moet nog plaatsvinden. Voor 2021 wordt tegelijkertijd voldaan aan de taakstelling van € 0,5 miljoen op subsidie Sportbedrijf. Voor 2022 is er een taakstelling van € 0,75 miljoen. Op dit moment heeft het Sportbedrijf een begroting ingediend voor 2022 die nagenoeg sluitend is en uitgaat van een klein negatief resultaat (€75.000,-). De taakstelling van €0,75 miljoen in combinatie met corona beperkingen heeft Sportbedrijf genoodzaakt een uiterst sobere begroting in te dienen en creatief de eigen inkomsten te verhogen.
Samenwerking
In 2021 is de verzelfstandiging geëvalueerd door Hiemstra en de Vries. Zij concluderen dat, zoals bij elke verzelfstandiging, de nieuwe manier van samenwerken, veranderde rollen, verantwoordelijkheden etc. tijd nodig heeft gehad. In de eerste jaren van verzelfstandiging lag de nadruk voornamelijk op bedrijfsmatige aspecten en de ontvlechting van de gemeente. Het inhoudelijke gesprek over de maatschappelijke invulling van de opdracht en bijdrage aan gemeentelijke doelstellingen kreeg daardoor minder aandacht. Dit werd bemoeilijkt door het wennen aan nieuwe verhoudingen, 'losse eindjes' van de verzelfstandiging en een verschillende interpretatie van bepaalde begrippen. In de afgelopen jaren is de situatie significant verbeterd en is helderheid gekomen in bovengenoemde zaken. Nu het Sportbedrijf na vier jaar stabiel staat, is er weer meer ruimte gekomen om de focus te verleggen naar het gesprek op inhoud en gezamenlijke belangen. Het afgelopen jaar is de samenwerking tussen gemeente en Sportbedrijf sterk verbeterd. De samenwerking blijft een onderwerp waarin continu geïnvesteerd wordt, ook in 2022 e.v.We verwachten deze ontwikkeling met het nieuwe MT van het Sportbedrijf in 2022 voort te kunnen zetten. Deze verbeterde verstandhouding zorgt ervoor dat het risicoprofiel van het Sportbedrijf als verbonden partij lager ingeschat wordt.