Meer (jonge) Arnhemmers voldoen aan de beweegnorm

De grootste bijdrage die de gemeente levert aan dit doel is nog steeds door middel van het faciliteren van bewegen. Dit gebeurt door middel van subsidie aan het Sportbedrijf Arnhem, dat voor de gemeente de sportparken, wijkvoorzieningen en zwembaden beheert en exploiteert.

Daarnaast volgen uit het plan Gezond en Fit de volgende speerpunten:
In samenspraak met het primair onderwijs in Arnhem is de 2+1+2 aanpak ontwikkeld, met het oogmerk dat meer kinderen in de leeftijd van de basisschool gaan voldoen aan de landelijke beweegnorm, namelijk 5 uur per week bewegen. De aanpak behelst dat kinderen 2 uur per week bewegingsonderwijs ontvangen op school, 1 uur per week onder schooltijd bewegen op en rond school en 2 uur bewegen direct na school, bijvoorbeeld in de naschoolse opvang of bij een sportvereniging.

De afgelopen twee jaar heeft de gemeente meer aandacht voor Urban Sport gehad. Door middel van de pilot 'Urban Sports Coalition' is de doelgroep en haar behoeften in kaart gebracht. Dit heeft onder andere geleid tot een 'Urban Sports hal' in Klarendal, waar meer dan tien verschillende urban sport initiatieven verenigd zijn op één locatie. In de nabije toekomst zullen twee BMX pumptracks gerealiseerd worden als ook een nieuwe skatebaan. Ten slotte werken we aan een app die de doelgroep, de voorzieningen en de behoeften beter in beeld brengt.

Sinds afgelopen najaar heeft het Sportbedrijf, samen met Presikhaaf Schoolmeubelen en Decathlon, meer dan 60 skillsboxen verspreid over alle basisscholen in Arnhem. Dit alles in het kader van de 2+1+2 aanpak. Een concrete stap in de richting van meer bewegen op en rondom school.
Ook is er, in het kader van het WK BMX, een pumptrack gerealiseerd in het Olympusgebied die zeer goed wordt gebruikt. Deze zomer wordt een tweede pumptrack aangelegd in Rijkerswoerd.
Afgelopen jaar heeft stichting Common Ground een pilot gedraaid in Sporthal Klarendal door te bouwen aan een urban sports community. Door de coronacrisis was het exploiteren van de hal lastig, maar inmiddels werken we samen met Sportbedrijf Arnhem en partners als Common Ground aan een doorstart van deze plek, waarbij we in het kader van de Arnhem-Oost-aanpak breder kijken dan sport alleen.
Hiermee zijn we op koers ten aanzien van de plannen, maar maken we de kanttekening dat corona ervoor heeft gezorgd dat er extra grote uitdagingen zijn om (jonge) Arnhemmers in beweging te krijgen.

We hebben in 2021 stappen gezet in de samenwerking met het onderwijs, om door middel van de 2+1+2 aanpak bewegen stevig(er) te positioneren in de verlengde leerdag. Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO-aanpak) zal hier ook een impuls aan geven.

De Pumptrack in Rijkerswoerd is inmiddels geopend en is een groot succes. Dagelijks zijn er tientallen kinderen die hier enthousiast gebruik van maken. Ook de urban sporthal in Klarendal is inmiddels weer geopend en draait goed.

Tegelijkertijd zien we een uitdaging in relatie tot de sportverenigingen. Recent onderzoek laat zien dan het verenigingslidmaatschap in Arnhem (19%) ver achterblijft op het landelijk gemiddelde. Corona heeft de situatie ook geen goed gedaan, maar dit is een trend die we al langer zien. Daarom zetten we stappen om onze sportparken anders te gebruiken (beter te benutten). Met name op sportpark de Bakenhof zijn stappen gezet om het sportpark veel meer een centrale ontmoetingsplek van de wijk te maken. Dit sluit goed aan bij de Arnhem-Oost aanpak. We zetten dus enerzijds in op het versterken van verenigingen waar dat kan, en anderzijds op aanvullend (op verenigingsgebruik) gebruik van de sportparken door de wijk, welzijnspartijen en het onderwijs. Het streven is een centrale ontmoetingsplek voor de wijk, waarbij de vereniging een verbindende rol kan spelen.

Voor ouderen is het aanbod uitgebreid, er zijn meer wandelgroepen opgericht en er zijn verschillende interventies gestart (zoals soople, valpreventie).

De status staat op 'gedeeltelijk op koers', omdat we wel stappen zetten, maar corona de winst grotendeels teniet doet. Door corona zijn sportvoorzieningen een groot gedeelte van het jaar gesloten geweest en hebben competities stilgelegen. Dit heeft als consequentie dat er in die perioden minder bewogen is.